Vragen

Vragen zijn de eerste stap van groei. Door te vragen worden dogma’s, waarheden en innerlijke overtuigingen iedere keer opnieuw uitgedaagd. Vooral de vragen ‘zou het niet anders kunnen?’ en ‘klopt het wel echt wat hier wordt beweerd?’ hebben ons veranderd van holbewoners in moderne mensen. Vragen zijn de zaadjes van een nieuwe wereld.

Toch worden vragen maar al te vaak verkeerd begrepen. In de tweede klas van de middelbare school twijfelde mijn mentor aan mijn leercapaciteiten omdat ik ‘zoveel vragen stelde’. Zij dacht dat het vwo er daarom niet in zou zitten.

Het voorbeeld is klein maar zegt toch iets over ons schoolsysteem. Op onze scholen worden kinderen namelijk geleerd wat volwassenen al weten, terwijl we kinderen moeten leren ontdekken wat volwassenen nou juist niet weten. Zodat zij de aarde kunnen transformeren in een nog mooiere plek.

Maar wij sporen kinderen niet aan om te vragen, we sporen kinderen aan kennis te vergaren. De kennis waarmee wij zijn opgegroeid. Kennis die per definitie niet klopt. Want de revolutionaire ideeën van vandaag zijn over 50 jaar ouderwets.

Achter iedere waarheid schuilt namelijk een nog diepere waarheid. Achter iedere vraag, zit een andere vraag. De groten der aarden wisten dat. Jezus, Boeddha, Albert Einstein, Socrates braken allemaal met de overtuigingen van hun tijd. Jezus brak met het jodendom, Boeddha met het hindoeïsme. Albert Einstein met de natuurkundige formules van zijn voorgangers. En Socrates brak überhaupt met alle overtuigingen.

Al die grote namen waren revolutionairen, en ik durf mijn handen in het vuur te steken dat ze dat vandaag de dag opnieuw zouden zijn. Dat Jezus dus zou breken met het christendom als hij vandaag wordt geboren en Boeddha met het boeddhisme. Omdat zij verder gingen met vragen, waar velen al waren opgehouden.

Gek genoeg zijn de aanhangers van revolutionairen, verre van revolutionair. Ze zijn dogmatisch, soms zelf extremistisch. Sterker nog, als ze 2013 jaar geleden op dezelfde manier zouden hebben geleefd als dat ze nu doen, zouden ze hun meesters hebben verketterd. Omdat ze in opgelegde ideeën blijven hangen. Ze vechten tegen het geboren worden van nieuwe vragen en nieuwe antwoorden, iets waar hun leraren juist voor hebben gevochten.

De grootste uitdaging die een leerling van Jezus Christus heeft, is dan ook het ondervragen van het christendom. Om vanuit het christendom nog diepere antwoorden te formuleren en niet te blijven hangen in de antwoorden van hun meester. De psychiater Carl Jung voorzag dat probleem al en had daar een duidelijke mening over. ‘Thank God I am not a Jungian,” zei hij.

Ook Jung voorzag al dat zijn waarheid niet de waarheid is. Dat we waarheden van grote meesters niet als zoete koek moeten slikken. Nee, we moeten blijven vragen. Want de beste vragen, creëren nieuwe vragen. En daardoor nieuwe antwoorden. En een echte leraar weet dat. Een echte leraar spoort leerlingen aan om te vragen. Want een echte leraar, creëert nieuwe leraren.