Het was een feest om naar mijn zakgeld in mijn blauwe Pennie-spaarpot te kijken. Eerst rolden de vijfguldenstukken langzaam naar hun plek, daarna de rijksdaalders, de pieken en de dubbeltjes. Lang bleef het geld er niet in. Vaak leegde ik mijn spaarpot al snel om dropjes en lolly’s bij de sigarenwinkel op de hoek te kopen. Sparen voor later, daar deed ik niet aan.
Ik moest volwassen worden, vonden mijn ouders en dus leren omgaan met geld. Net op het moment dat ik wat meer ging sparen, veranderde mijn bank van naam. De Postbank werd ING.
Die bank ligt nu onder vuur. ING investeert in een oliepijpleiding die dwars door het grondgebied van een indianenstam gaat. Uiteindelijk ging het allemaal niet door toen Obama de stekker uit het project trok. Nu Trump de pijpleiding nieuw leven inblaast, verklaart ING niet onder haar investering uit te kunnen komen. Ze maakt zich wel zorgen en wist niet dat de indianen tegen de pijpleiding zijn.
Krokodillentranen. Waarom investeert ING überhaupt in olie? Is dat ook sparen voor later, geld stoppen in projecten die de aarde niet sparen? Hoe wrang is het als spaargeld daarin wordt geïnvesteerd? Kinderen kunnen hun spaarpot dan beter plunderen voor een zakje snoep.
Verschenen in Haarlems Dagblad