Kerst in Portugal

Mijn vriend en ik zaten thuis op de bank, voor ons een laptopscherm waar mijn schoonfamilie was teruggebracht tot een paar pixels. Het oog van mijn zwager werd afgedekt met het pijltje van de muis, hij zag eruit als een moderne zeerover. We hadden hem en mijn schoonouders al sinds februari niet live gezien en een paar weken geleden besloten ook met kerst niet naar Portugal te gaan. Het was de eerste keer in acht jaar.

Ik verlangde al jaren naar een kerst in de kou, waar ik zelf mocht bepalen wat te eten, wanneer te slapen, hoe te ademen. Als ik naar mijn schoonouders ging liet ik mijn vrije wil altijd op Schiphol achter. Daarnaast was de traditionele kerstmaaltijd vreselijk: gekookte kool met broccoli en kikkererwten. En dan moest je ook nog een hele avond worstelen met de luchthapperij verpakt in gesprekken over eten. ‘Lekker hè aardappels?’ ‘Geef mij de kikkererwten eens aan.’ Drie uur lang.

Nooit een keer een echt gesprek over iemands gevoelens en gedachtes. Terwijl daar zoveel broeide. Mijn schoonvader kreeg in 2017 een hersenbloeding. Hij gleed tijdens het televisiekijken van de bank, zo de tussenwereld in. Daarna moest hij weer leren lopen en leren praten, wat moeizaam ging. Maandenlang opgesloten in zijn eigen hoofd. We zagen hem worstelen, vroegen of we hem konden helpen, maar hij schreeuwde niet, huilde niet en wuifde een hulpvraag weg met zijn hand. Toen de woorden langzaam terugkwamen, antwoordde hij met  ‘gaat wel’ en dat was het dan.

Het diner werd opgediend. Mijn schoonvader schoof een blad kool dubbelgevouwen naar binnen vlak voor de camera. Wat was eigenlijk erger? Zelf kleffe natte groente eten met kerst of op zo’n feestdag kijken naar mensen die kleffe natte groente eten? Naast mij zat mijn vriend al op zijn mobiel. Na een half uur kauwende stilte opperde hij uit verveling maar een spelletje te gaan doen, in zijn kerstpakket zat een kaartenset met daarop prikkelende persoonlijke vragen.

‘Wat staat er op je bucketlist?’ vroeg hij een paar minuten later aan zijn broer die al een paar jaar als trainer bij Sporting Lissabon werkte. ‘De Champions League winnen.’ Aan zijn moeder: ‘Wat voor instrument wil je bespelen’, ‘Piano!’ zei ze. De antwoorden werden langer toen de vragen persoonlijker werden. ’Wanneer heb je voor het laatst gehuild?’ Mijn zwager: ‘Toen papa een hersenbloeding kreeg. Ik wist niet of hij het zou overleven.’ We knikten allemaal, niemand wist het.

De stem van mijn vriend werd zachter toen hij het kaartje voor zijn vader trok. ‘Wat was het moeilijkste dat je in je leven hebt ervaren?’ Die was even stil. ‘Die hersenbloeding. Ik wil zo graag weer goed kunnen praten. Zo graag.’

Ik slikte. Na een uur zoom, leerde ik meer over de binnenwereld van mijn schoonfamilie dan in acht kerstmissen bij hen aan tafel. Na twee uur vroeg mijn vriend mijn schoonmoeder: ‘Hoe vier je het liefste kerst?’ Ze trok haar mondhoeken omlaag en zuchtte. ‘Ik zou het zo fijn vinden als jullie hier weer zijn.’ Ik glimlachte. ‘Volgend jaar’, beloofde ik. Maar dan gaan die kaarten wel mee.