Journaliste Besan (25) versloeg in het geheim de Syrische revolutie. Totdat de Syrische overheid haar collega oppakte en vermoordde. Besan vluchtte. Ze werkte in Egypte, maar ook daar werd het te gevaarlijk. Uiteindelijk stak ze op een bootje de Middellandse Zee over. Sinds vier maanden woont ze in Haarlem. Deze krant tekende haar verhaal op. Om veiligheidsredenen wordt alleen haar voornaam vermeld.
Regio Besan keek naar het zwarte gat. Het verschil tussen het water en de lucht was bijna niet te zien. Er waren ook geen golven, de zee was vredig en kalm. Maar in Besans hoofd stormde het. Haar herinneringen aan dode lichamen en het geluid van bombardementen arrangeerden een kakofonie van gedachten.
De kou versterkte haar onveilige gevoel, maakte haar naakt en eenzaam. Hier stond ze, honderden kilometers van haar familie
vandaan, wachtend op een boot naar een land waar ze alleen op internet iets over had gelezen.
Om daar te komen, moest ze het water oversteken. Maar de zee was soms woest en onstuimig. Ze was er bang voor. Misschien als ze haar verhaal zou vertellen, dat hij haar veilig naar de overkant wilde brengen. Woorden begonnen uit haar mond te stromen.
,,Toen de oorlog begon, was ik een vrolijk maar naïef meisje. Ik studeerde ‘mediastudies’ aan de universiteit en wilde later bekend worden. Ik wilde mensen vermaken met mooie verhalen.
Mijn naïviteit verdween op een middag in augustus in 2011. Toen werd de dood mijn leven in geschoten. Al dagen protesteerden buurtgenoten tegen het opsluiten van een aantal onschuldige mensen. Soldaten kwamen als reactie onze wijk binnen en haalden onze huizen overhoop, op zoek naar de demonstranten. Ze werden in een schoolgebouw gestopt waar ze werden gemarteld. We hoorden het geschreeuw, Daarna was het stil. Toen we een paar uur later de straat op durfden, zagen we hun lijken liggen. Ik herkende de groenteboer, een vriend van mijn broer en de buurman. Sommigen waren doodgeschoten, bij anderen was de keel doorgesneden.”
Journalist ,,De oorlog had veel invloed op mij, ik werd een gesloten meisje. Voorheen keek ik het leven in de ogen, nu richtte ik mijn blik niet meer omhoog, bang om met de dood geconfronteerd te worden. Mijn gevoelens kon ik niet meer uiten met woorden. Huilbuien werden mijn vriend.”
Besan pauzeerde en voelde dat ook nu de tranen over haar wangen stroomden. Ze was in paniek. De herinneringen waren zo levendig, ze sneden door haar ziel.
,,Van het regime mochten wij niet weten wat er aan de hand was. Maar vragen stellen zit in mijn bloed, mijn vader is ook journalist geweest. Ik ben mensen gaan interviewen, wilde weten wat er in mijn land gebeurde.”
,,Ik schrok toen ik achter de waarheid kwam. Ik begreep dat mijn leven was gebaseerd op een leugen. Het was net alsof ik naar de tandarts ging en erachter kwam dat mijn kies van binnen volledig was verrot. We vertelden in Syrië aan elkaar dat we in een vrij en modern land leefden, maar dat was niet zo. Mensen die tegen het regime protesteerden werden gevangen genomen en vermoord.
Ik vond het mijn plicht om die verhalen op te tekenen. Ik wilde de wereld vooral laten zien wat de oorlog met de bevolking deed.
Het werk was gevaarlijk, maar niets doen was geen optie. Ook onschuldige burgers werden vermoord. Je kon maar beter het verschil willen maken en dan overlijden, vond ik.
Het ging lang goed, tot die ene dag. Een van mijn collega’s werd
gearresteerd. Ik had vaak over arrestaties geschreven dus ik wist wat er met hem ging gebeuren. Hij zou gemarteld worden en uiteindelijk vermoord. Ik heb er dagenlang bijna niet van geslapen. En als ik sliep, had ik nachtmerries. Een paar dagen na de arrestatie kregen de ouders van mijn collega zijn identiteitskaart opgestuurd. Dat was het teken dat hij was omgebracht.
Ik heb gehuild. Gehuild om de dood van mijn vriend. En omdat ik wist dat mijn laatste dagen in Syrië waren geslagen. Ik zou de volgende kunnen zijn en moest vluchten. Toen ik dat aan mijn ouders vertelde, waren ze ontroostbaar. Op de dag dat ik vertrok, zag ik mijn vader vechten tegen de tranen. Dat beeld breekt nog steeds mijn hart. Familie is als een tweede huid voor mij. Ik hoop dat ik ze ooit terugzie.”
Besan was richting de zee gelopen. Ze begon hem te vertrouwen. De zee was net als zij een schepsel van Allah. Ze had het idee dat hij naar haar luisterde.
,,Ik ben naar Egypte gevlucht waar ik als journalist heb gewerkt. Maar ook in Egypte werd het onveilig. Bevolkingsgroepen bevochten elkaar. Egypte begon op Syrië te lijken.
Vrienden die ik daar heb ontmoet stelden voor om naar Europa te
vluchten. Ik wilde eigenlijk niet. Ik hield van de Arabische taal en cultuur en vond dat ik als journalist juist in de Arabische landen moest blijven om daar de vrijheidsstrijd van de bevolking te verslaan.
Maar de spanningen liepen steeds hoger op. Daarnaast veranderden de wetten waardoor ik illegaal werd. Ik kon niet meer werken.”
Besan was de zee genaderd. Haar voeten raakte bijna het water. Ze twijfelde nog steeds over de bootreis, maar de twijfel bereikte haar hoofd niet meer. Besan had besloten om te stoppen met denken, want als ze zou realiseren hoe gevaarlijk haar plannen waren, zou ze terugkrabbelen. ,,Ik ben een verhalenverteller, maar vroeger werkte ik alleen om mensen gelukkig te maken met mijn artikelen. Ik begrijp nu dat mijn taak groter is. Ik heb de mogelijkheid om met een pen en mijn stem mensen aan het denken te zetten. Dat is mijn taak. En dat is wat ik daar wil gaan doen. Jij moet mij die kans geven.” Ze draaide zich om en liep terug naar het huis waar ze met de andere vluchtelingen wachtte op het moment dat ze konden vertrekken.
De overtocht Besan was na 24 uur weer terug op het strand. De reis ging beginnen. Op commando moest ze naar een klein bootje rennen die haar later naar een grotere boot bracht. Besan rende op blote voeten door het zand, later door het water. Ze voelde niets. Haar lichaam was verdoofd. De kou en nattigheid drongen pas tot haar door toen ze in de boot plaatsnam. Toen werd ze overvallen door een mix van kou, verdriet en angst en viel ze flauw. Een van haar vrienden sloeg haar wakker. Haar wangen deden er pijn van. Samen zochten ze een plekje op de boot. Daar viel ze zittend in slaap.
Toen ze wakker werd, was ieder teken van de bewoonde wereld verdwenen. Om haar heen zag ze alleen maar water.Besan voelde dat ze in paniek raakte. Wat als de boot zou zinken? Ze verbood zichzelf om zo te malen. Besan geloofde in de kracht van positief denken. Alles wat je aandacht gaf, groeide. Ze moest blijven geloven dat het goed zou komen. Zo ging ze vroeger ook met buikpijn of hoofdpijn om.
Op zee waren weinig golven waardoor de bootreis de eerste dagen
rustig verliep. Maar er was niet veel plek aan boord. Er zaten vierhonderd mensen op een boot die net zo klein was als een gemiddelde woonkamer. Besan kon haar benen niet strekken.
Veel mensen waren bang en baden wanhopig tot Allah. Besan probeerde het gejammer uit te schakelen. Samen met haar vrienden deed ze alsof ze op ontdekkingstocht waren. Ze maakten grapjes over de bedrijven die ze zouden openen in Europa, zongen samen Syrische liederen uit hun kindertijd en lazen soms de Koran. Maar voor de kust van Libië ging het fout. De zee werd onstuimig en produceerde grote golven. Ze klotsten over de reling het dek op. Iedereen die aan de voorkant van de boot zat, werd naar achteren gedrongen. Besans kleren waren doorweekt en haar schoenen werden opgeslokt door de golven. Blootsvoets moest ze op zoek naar een nieuwe plek. Ook de wind was woest, hij sneed door haar kleren heen. Besan kreeg het steeds kouder.
Uiteindelijk werd ze in onderkoelde toestand naar beneden gebracht. Daar zaten veel andere vrouwen en kinderen. Besans zintuigen werden overdonderd door de omstandigheden in het hok. Door de motoren was het er bloedheet, de pijpleiding die vanuit het toilethok naar zee liep, lekte bruine smurrie op de bankjes en het stonk er naar braaksel van de vrouwen die niet tegen de ruigheid van de zee konden.
Besan werd misselijk van de geur en gaf ook over, in een plastic zak. Het was een van de laatste zakken op de boot waardoor de leiding besloot om een groot zeil in het midden te plaatsen. Besan verloor al haar waardigheid toen ze samen met de andere vrouwen dagen achter elkaar daar hun magen in leegden. Ze spuugden elkaar ook onder, op Besans hoofddoek zat zelfs wat braaksel van een andere vrouw. ,,Wat heb ik mezelf aangedaan?”, vroeg ze zichzelf af.
Vlak daarna ging de boot nog heviger heen en weer. Vrouwen schreeuwden door elkaar. Op het dek begonnen de mannen te huilen, ze vroegen Allah hun dood uit te stellen. Ook Besan had geen kracht meer om gedachten van de dood tegen te houden.
Ze was uitgeput, had al dagen geen trek meer gehad in eten. Ze zou of verhongeren, of verdrinken dacht ze. ,,Waarom ben ik niet in Egypte gebleven?” Vlak na die gedachte zakte ze weg.
Besan zat op de bank en keek naar het Ikea-schilderij dat ze net had opgehangen. Het kwam van marktplaats, net als haar hele interieur. Er stond ‘home’ op.
Toch voelde ze zich hier niet thuis. Ze was gearriveerd in het land van de vrijheid, maar voelde zich gevangengenomen door de taal, het middel waarmee ze normaal juist de harten van mensen raakte. Ze was geen journalist maar vluchteling.
Besan dacht terug aan het moment dat ze in Europa aankwam. Het was eind juni geweest, ze hadden meer dan een week op zee gedobberd. Besan was meerdere keren weggevallen, toen een Italiaans marineschip hen had opgepikt. Het eerste wat Besan aan wal had gedaan, was een douche nemen om alle ellende van haar af te spoelen.
Vervolgens hadden zij en haar vrienden een man aangesproken die vluchtelingen voor een paar duizend euro naar alle landen van Europa bracht. Twaalf uur later stonden ze op de stoep van de IND. Een paar maanden later kreeg ze een huis in Haarlem aangeboden.
Besan liep naar beneden en pakte uit de garage haar fiets. Ze ging naar Vluchtelingenwerk Haarlem. Ze wilde weten of zij een goede Nederlandse cursus kenden. Het liefst was ze er al gisteren mee begonnen, zodat ze de Nederlanders zo snel mogelijk kon vertellen over de situatie in haar thuisland. Besan hield van Haarlem, ze herkende het oude centrum van Damascus in de rode bakstenen van de gebouwen.
Vraag Toen ze binnenkwam, maakten haar begeleiders grapjes over haar bezoek. Het was de zoveelste keer dat ze langskwam. Bijna iedere dag had ze wel een vraag. Maar de rollen waren nu ook omgedraaid. Haar begeleiders wilden ook wat van haar weten. ,,Zou je jouw vluchtverhaal aan de regionale krant willen vertellen? Ze zijn na de bootramp voor de kust van Italië op zoek naar mensen die zo’n bootreis hebben overleefd.”
Besan was overrompeld door het verzoek. Ze wilde zo graag de Nederlandse, journalistieke wereld leren kennen en het werd haar nu in de schoot geworpen. Maar ze was ook huiverig, ze wilde niet in de krant komen als zielige vluchteling. Ze had Nederland ook veel te bieden. Dat zou ze de journaliste vertellen.
Een paar dagen later kwam ze langs. De vrouw nam plaats op de bank, zette haar bandrecorder aan en stelde haar eerste vraag. ,,Waarom wil je zo graag je verhaal vertellen aan de krant?” Besan dacht diep na en lachte. Ze kreeg een inzicht. ,,Ik heb als journalist geprobeerd om verhalen op te tekenen van de gewone Syriër. Welke strijd zij voeren. Dat kan ik hier niet meer doen. Maar ik ben erachter gekomen dat mijn verhaal, hun verhaal is. Het verhaal dat je ondanks de angst om te verdrinken van je familie wegvlucht, omdat je vreest voor je leven. Dat verhaal moet verteld worden.” En ze vertelde.
Verschenen in Haarlems Dagblad