Musicalster Pia Douwes speelt deze zomer voor de achtste keer Elisabeth. Vorig jaar kreeg ze een burn-out. „Mijn lichaam kon niet meer. Niet iedereen heeft daar even goed op gereageerd.”
Tijdens de fotosessie op Paleis Soestdijk fluistert Pia Douwes naar de communicatie-adviseur van Stage Entertainment: „Ik moet tussendoor eigenlijk even mijn tekst leren. Ik heb volgende week première.”
Pia Douwes heeft het druk. Douwes heeft het altijd druk. Ze staat in Wenen in Ein Wenig Farbe, een kleine musical over een transgender. Tussendoor vliegt ze even terug voor de perspresentaties van Elisabeth in Concert (juni) en The Addams Family (komend seizoen) en om haar ouders te verzorgen. Vlak voor het interview blijkt dat ze toch maar veertig minuten heeft voor het gesprek. Haar ouders hebben plotseling een belangrijke zorgafspraak. „Zullen we de rest maar bellend doen?”
In juni speelt ze vijftien avonden keizerin Elisabeth en loopt ze vanuit de hal van Paleis Soestdijk de marmeren trappen af, de paleistuinen in, waar het publiek zit opgesteld. In 1992 creëerde ze de rol in Wenen. Vierhonderd meisjes deden auditie voor één van de belangrijkste historische figuren uit de Oostenrijkse geschiedenis, de 28-jarige Nederlandse Douwes werd het. De titelsong, Mijn leven is van mij, gezongen door Douwes, werd een klassieker.
Ben je Elisabeth niet zat? Je hebt haar zo vaak gespeeld.
Resoluut: „Nee. Ze stond eerst tegenover me en nu zit ze in me. Ik begrijp haar steeds beter. Omdat ik ouder ben geworden, maar ook omdat ik op haar lijk. Ze was depressief, die neiging had ik ook. Ze had een talenknobbel, net als ik. Ze hield van de natuur, honden en van reizen. Alleen leef ik in een andere tijd waarin je als vrouw in Nederland veel meer ruimte krijgt. Elisabeths ambities en depressies werden niet begrepen en ze is daarom verhard.
„Daarnaast, vroeger moest ik moeite doen om de oudere Elisabeth geloofwaardig neer te zetten, nu is het meisje een uitdaging. Ik probeer dat lichtvoetige van een tiener te pakken in mijn bewegingen en mijn stem zacht te kleuren. Mensen zeggen dat het me nog steeds lukt. Je moet overigens wel enige afstand houden, anders zie je een 53-jarige met rimpels die een 16-jarige speelt.” Ze lacht hard.
De veertig minuten gaan snel. Twee weken later zit ze voor haar laptop op de bank in Wenen. Naast haar ligt haar maatje Sansa, een Bosnische straathond. Ze slaapt. Sansa gaat overal mee naartoe. Ook naar het theater. „Ik laat dat in mijn contract zetten. Een keer mocht ze niet mee, toen heb ik gezegd, sorry, maar dan kan ik niet spelen.”
Grappig. Alle mensen om je heen zeggen dat je zo gedreven bent om dit vak zo goed mogelijk uit te oefenen. Maar dan is er een hond en die is belangrijker.
„Het is een bewuste keuze. Dit vak vraagt veel, op de momenten dat iedereen vrij is, in weekenden en op feestdagen, speel je. Relaties onderhouden gaat moeilijk, veel huwelijksfeesten heb ik gemist.
„Toch ben ik altijd op zoek naar verbinding. Heel vroeger maakte ik na elke productie een fotocollage voor al mijn collega’s. In mijn vrije tijd zocht ik vrienden uit het vak op in het buitenland om ze daar te zien optreden. Vakantie had ik nauwelijks, die dagen ging daaraan op. Met kerst schreef ik iedereen een kerstkaart. Totdat ik erachter kwam dat bijna niemand terugschreef, dat iedereen met zijn eigen leven bezig was. Dat vond ik eerst pijnlijk maar daarna begreep ik het. Iedereen heeft zijn eigen leven.
„Nu ik ouder word, maak ik andere keuzes. Ik waardeer de mensen die echt dichtbij mij staan. Het huwelijksfeest van mijn ouders wil ik nu voor geen goud missen. Producties gaan voorbij, roem gaat voorbij, het enige wat overblijft zijn relaties en die kan je alleen aangaan met levende wezens. Ik ben veel alleen. Een hond brengt gezelligheid in huis. Ze is, met mijn ouders, mijn gezinnetje.”
In de documentaire ‘Mijn leven is van mij’ van Emma Westermann, die volgende week in première gaat, is te zien hoe Pia Douwes als musicalster al 32 jaar de wereld overvliegt, van productie naar productie. Dat eiste zijn tol, vorig jaar kreeg ze een burn-out. In de film zegt ze: „Ik zag het niet aankomen.”
Douwes: „Ik doe dit al 32 jaar en het gaat al 32 jaar goed. Het harde werken was niet het probleem.”
Heb je er wat van geleerd?
„Nou, ik plan mijn agenda nog beter en luister naar de signalen van mijn lichaam. Maar ik werk wel weer hard. Dat komt omdat mijn burn-out een combinatie van factoren was. Ik was opeens mantelzorger voor mijn ouders en zat zelf in de menopauze. Vooral dat laatste heeft bij mij pittige gevolgen gehad. Ik had last van extreme migraine, maar ik wist niet dat het door de overgang kwam, ik zat daar namelijk al een paar jaar in. Bij Rebecca in 2012 stond ik al met opvliegers achter de schermen.”
Speelde je altijd door?
„Ja. Je moet wel, the show must go on. Maar daar denk je niet over na. Dit vak is topsport. Als een topsporter honderd meter moet rennen kan ze niet nadenken over een opvlieger, ongesteldheid, buikpijn of iemand die overleden is. Ze moet.”
Het verschil is dat topsporters stoppen rond hun 30e. Jij bent 53.
„Dat is zo. Natuurlijk wordt het vermoeiender. Ik spring niet meer zo kwiek uit bed als vroeger na een voorstelling.
„Wat ook meespeelde, was dat ik meer druk voelde omdat ik als zelfstandige aan de slag moest. Stage Entertainment werd overgenomen en alle vaste contracten werden stopgezet. Voor het bedrijf was dat goed, je hebt niet altijd dezelfde mensen nodig. Wat moeten ze in The Lion King met Pia Douwes? Het leverde mij ook veel op, ik kreeg de vrijheid terug om andere shows doen. Alleen realiseerde ik me wel dat ik elke maand werk moest hebben. Dat was slikken.”
Jij kon niet stoppen om financiële redenen?
„Dat gevoel had ik. Mensen denken dat ik rijk ben, maar ik zit niet zo goed in de slappe was dat ik maanden niet of minder kan werken.”
Dus je werkte door en brandde op?
„Ik had het niet door. Veel musicalsterren die overwerkt zijn, voelen dat aan hun stem. Mijn stem klonk prima. Maar ik bleef opvliegers houden, had het warm, voelde me benauwd. De menopauze nog steeds, dacht ik. Maar dat waren blijkbaar niet alleen overgangsklachten, ook burn-out verschijnselen.”
Wat merkte je op het podium?
„Ik kon op een gegeven moment sommige nummers niet meer zingen omdat ik geen adem had. Bij twee voorstellingen heb ik gezegd: we moeten dit lied overslaan, het lukt me vandaag niet. Uiteindelijk ging het niet meer. Ik ben voor een voorstelling flauwgevallen. Mijn lichaam was op. Mijn heupen waren zo geblokkeerd dat ik niet meer naar het toilet kon. Ik had dag en nacht migraine. Slikte daar veel medicijnen voor, die mijn lijf alleen maar meer uitputte.”
Toch ben je pas gestopt toen je broer zei: nu kan het niet meer.
„Eigenlijk pas echt toen de dokter zei: mevrouw u moet nu rusten, anders bent u er straks twee jaar uit. Dat wilde ik echt niet.’’
Heb je shows stop moeten zetten?
„Ja.”
(Stilte)
„Het was verschrikkelijk, afschuwelijk. Het voelt alsof ik heb gefaald. Het is erg om te moeten zeggen: ik kan niet meer. Niet iedereen heeft daar even goed op gereageerd. Dat is hard aangekomen. Ik heb het niet expres gedaan.
„Uiteindelijk ben ik naar de neuroloog gegaan. Die vertelde dat migrainepatiënten vaak extra klachten krijgen in de overgang. Ik wist dat niet. Ik ben hormonen gaan slikken waardoor de bonkende hoofdpijn verdween. Zo heeft mijn lichaam kunnen herstellen. Had ik dat maar eerder geweten.”
Neem je het jezelf kwalijk?
„Ja.”
Als ik dit allemaal zo hoor denk ik, is jouw leven wel van jou? Je bent zo bezig met anderen.
„Dat is me wat. Nou misschien was dat lang niet het geval inderdaad. Mijn leven was vooral van anderen. Maar het gaat steeds beter.”
Ik begreep dat je bang was dat dit je carrière zou kosten.
„Ik word ouder, de rollen liggen niet meer voor het oprapen. Ik denk dat het een algemene angst is voor vrouwen vanaf een bepaalde leeftijd. Op mijn 45e had ik een dip. Kan ik het nog? Willen mensen me nog? Tijdens die burn-out dacht ik echt: nu is het voorbij. Gelukkig klopte dat niet.”
Je bent de Pia Douwes, dé musicalster van Nederland. Hoe kan het dat je zo onzeker bent?
„Dat zit in mij. Na een derde repetitieweek denk ik altijd: nu vragen ze zich af of ze niet iemand anders hadden moeten nemen. Bij Ein Wenig Farbe moet ik veertien rollen spelen en dertig pagina’s tekst uit mijn hoofd leren. Ik heb geen tegenspel. Dat is een enorme uitdaging. Ik denk dan altijd: zie je wel, ik kan niet spelen.”
Niet toneelspelen?
„Dat denk ik altijd. Ik kan een beetje leuk zingen, maar echt acteren kan ik niet. Maar goed, ik kan dit denkpatroon inmiddels herkennen. Vroeger dacht ik: wat gebeurt hier? Nu weet ik dat het een proces is en dat het goed komt. Ik heb vooral publiek en licht nodig. Als ik in kostuum op toneel sta, dan ben ik er.”
Een beetje leuk zingen? Jouw kracht is toch je stem?
„Ik vind zelf niet dat ik een mooie stem heb. Men vond mijn stem vroeger schel, metalig. Recensenten hebben er vroeger ook veel kritiek op gegeven en daar werd ik onzeker van. Ik heb geprobeerd met zangles een wat warmere klank te krijgen. Nu ik ouder ben, verdiept mijn stem en krijg ik er meer kleuren bij.
„In Mijn leven is van mij gaat Elisabeth voor zichzelf staan. Dat lied heeft voor mij ook zo gewerkt. Ik begreep dat ik iets speciaals had, een authentieke stem waarin elke vezel van emotie, elke nuance, door kan klinken. Ik heb moeten leren dat dat mijn kracht is.’’